Stemmen van verzet

Kinshuk Surjan
Promotoren: Klaas Tindemans, Karel Vanhaesebrouck, Jan Vromman

"In India zijn we met 300 miljoen die behoren tot de nieuwe middenklasse, van na de IMF-hervormingen, die zij aan zij leven met de geesten van de onderwereld, de klopgeesten van dode rivieren, droge bronnen, kale bergen en leeggehaalde bossen; de geesten van 250000 door schulden geteisterde boeren die zichzelf gedood hebben en van de 800 miljoen die verarmd en onteigend zijn om plaats voor ons te maken. Ze overleven op minder dan 20 roepies (0,25 euro) per dag” - Arundhati Roy

De zelfmoord van de landbouwers in India is de manifestatie van een groter probleem. Het idee van ontwikkeling is zo scheefgetrokken dat het beleid op vlak van gezondheid, educatie en economie enkel gefocust is op 'ontwikkelingssteden' die maar 30 procent van de bevolking representeren. Dit terwijl de overige 70 procent in de dorpen absoluut misbruik ondergaat. Hoge investeringskosten in landbouw met weinig of geen opbrengsten, stijgende interestvoeten van banken (tot wel 12 procent per maand) en de hebzucht van private geldschieters, wat kan een landbouwer anders doen dan zelfmoord plegen? In 2009 hebben 17 368 landbouwers zelfmoord gepleegd en sindsdien is dat cijfer enkel maar gestegen. De staat heeft nu nieuwe mechanismes bedacht om de cijfers te maskeren.

(zelfmoord plegen verlost de familie van de boer trouwens niet van de schulden)

De absolute apathie van de middenklasse wordt gereflecteerd in de manier waarop de nationale media omgaat met de zelfmoord van de boeren: er wordt enkel aan gerefereerd in cijfers, als ware het objecten. En de film of populaire literatuur neemt nauwelijks de moeite om emotioneel/ intiem/ realistisch naar deze bevolkingsgroep te kijken. Terwijl het wel nationaal nieuws zou zijn als een Bollywood figuur zelfs maar een klein griepje had. Vandaag zijn er geen belangrijke tegenstemmen in de media of de kunst.

In de eerste twee jaar van mijn doctoraatstraject wil ik dit onderwerp, vanuit verschillende standpunten en met behulp van de film, onderzoeken om een portret van de systematische uitbuiting te schetsen.

Hoe voelt een achtjarige wees zich, die opgroeit in een dorp waar de dood over hangt. Als zijn vader zich gisteren met pesticide vergiftigde, een paar dagen voordien zijn oom zich opgehangen heeft aan een boom en hij weet dat morgen misschien iemand anders zich genoodzaakt ziet hetzelfde te doen. Hoe vormt dat zo'n kind?

Hoe gaat een manager van een bank, die targets opgelegd krijgt op het vlak van de terugbetaling en de terugvordering van leningen, om met zijn geweten als hij in hetzelfde dorp woont als de landbouwers die zelfmoord plegen? Hoe wordt de zoon van een boer zelf agent van een incassobureau, een job waarvoor hij boeren moet vernederen en kwellen?

Hoe bewijst een boerin, misschien een weduwe, dat ze- ondanks het feit dat ze een vrouw is- ook een boer is en dus in aanmerking komt voor een compensatie door de staat. Welke hoop heeft een stad nog voor haar zoon die geen boer meer wil worden? Hoe worden ze gedwongen om werkers of moderne slaven te worden in de steden? Is een verlies van waardigheid niet erger dan de dood?

Mijn tweede doel is te bekijken hoeveel impact een documentaire kan hebben in India, aangezien dit genre nauwelijks een release in de zalen krijgt in dit land: welke alternatieve distributiekanalen en platformen kan ik vinden om de verste uithoeken van het land te bereiken zodat mijn film een tastbare invloed kan hebben op basisniveau.