De basso continuo praktijk in Venetië (1590–1630), gebaseerd op de fundamenten van het contrapunt

Maria Gonzalez
Promotoren: Kristin Van den Buys, Matthias Lundberg

Gelijktijdig met het ontstaan van de basso continuo, groeiden een aantal muziekgenres. Elk genre vereiste een andere aanpak om basso continuo te spelen. Hoewel de verschillende genres gebaseerd zijn op contrapuntische regels, verschillen ze in hun compositorisch concept. Italiaanse bronnen uit het begin van de zeventiende eeuw hebben ons veel informatie nagelaten. Deze wordt echter zelden pedagogisch gepresenteerd zoals we vandaag de dag zouden verwachten; de inhoud ervan is zelden expliciet. Veel impliciete kennis is vervat in zowel deze bronnen als in het repertoire.


Gezien de hoge contrapuntische scholing van de vroeg-zeventiende-eeuwse klavierspelers, rijst de vraag hoe vaardig klavierspelers vandaag de dag op dit gebied zouden moeten zijn. Een goed voorbeeld zijn de Fontana Sonates (ca. 1640), die verschillende soorten baslijnen en basso continuosolo’s bevatten die vergelijkbare contrapuntische realisaties vereisen als de voorbeelden beschreven door Spiridionis (1670) en zo de grenzen tussen basso continuo en compositie doen vervagen.


Dit doctoraatsonderzoek van Maria Gonzalez wil licht werpen op de verschillende benaderingen van de basso continuopraktijk in Venetië tussen 1590 en 1630 door ze te definiëren en in de praktijk toe te passen volgens de historische bronnen en praktijken. De aldus verkregen theoretische inzichten zullen in een breder perspectief worden geplaatst waarin muzikale experimenten een fundamenteel element zullen zijn. Concerten, recitals en opnamesessies zullen de valorisatie en disseminatie van dit onderzoeksproject vervolledigen.