De Interpretatie van Robert Schumann: tussen Inspiratie en Rationaliteit

Marco Mantovani
Promotoren: Matthias Heyman, Jan Michiels

Dit doctoraatsonderzoek door Marco Mantovani richt zich op zes pianostukken van Robert Schumann gecomponeerd tussen 1836 en 1838 (i.e., Fantasie op. 17, Fantasiestucke op. 12, Davidsbundlertanze op. 6, Novelletten op. 21, Kinderszenen op. 15, Kreisleriana op. 16), een periode die wellicht een van de keerpunten was in zijn persoonlijke en artistieke leven. Veel van Schumanns belangrijkste pianowerken en enkele van de meest verhelderende voorbeelden van zijn bijzondere compositieproces en zijn formele en structurele innovaties dateren uit deze periode. Deze innovaties en de originaliteit van Schumanns poëtiek worden vaak onvoldoende begrepen in de hedendaagse interpretatie van zijn werken; vooral het evenwicht tussen vrijheid en beperkingen voor wat betreft tijd en structuur.
Dit onderzoek wil deze werken benaderen vanuit het oogpunt van een uitvoerende kunstenaar. Hierbij worden de theoretische aspecten in overweging genomen, bv. door een formele analyse van de werken en de studie van hoe deze geïnspireerd werden door de stijl en de psychologie van schrijvers zoals E.T.A. Hoffmann en Jean Paul, maar de onderzoeker zal tevens vanuit de artistieke praktijk de diepste gedachten van de componist trachten te doorgronden, wat zal uitmonden in de uitvoering en opnames van deze werken. Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is de extreme verscheidenheid van stemmingen en visies van Schumann met een diep logische en coherente stroom te combineren, om zo dicht mogelijk te komen tot de ware en authentieke bron van zijn inspiratie.