Hoe kan de soeverein die onze rechten en plichten als leden van de samenleving bepaalt ons ook 'uitwissen'? Waarom worden sommige mensen ongewenst verklaard? Waarom worden hun levens gedevalueerd en uit de politieke structuren geduwd?
Praktijken die de persoonlijkheid en menselijke waardigheid van bepaalde mensen onder dwang wegnemen, beogen 'ongewenste personen' uit te sluiten van het politieke lichaam. Maar uitsluiting behelst ook insluiting omdat ze tot doel heeft individualiteiten te disciplineren en te veranderen om ze uiteindelijk in het politieke lichaam te integreren. Daarom zijn het ook disciplineringsmechanismen.
Hoe creëert de soeverein een ‘onwettige’ ruimte via het rechtssysteem en de instellingen? Als het belangrijkste principe van het sociaal contract is dat de soevereiniteit haar legitimiteit en macht ontleent aan het volk, hoe kan deze relatie dan verslechteren en veranderen in een machtsmechanisme dat functioneert om bepaalde mensen te onderdrukken? En hoe kunnen de onderdrukten en hun bondgenoten hun stem verheffen om hun rechten terug te eisen? Kunnen zij deelnemen aan de structuren die hen tegenwerken en ‘echte’ alternatieven voorstellen? Of blijft 'echte democratie' een utopie?
Dit doctoraatsonderzoek is tweeledig. Het eerste deel onderzoekt hoe een theoretisch onderwerp, een politieke kwestie, kan worden geanalyseerd en vertaald naar visuele vorm en cinema. Als we woorden kunnen rangschikken om bepaalde ideeën weer te geven en filosofische gedachten uit te drukken, hoe kunnen we dan een filosofisch en politiek onderwerp overbrengen via cinema? Hoe kan animatie als medium nuttig zijn bij het creëren van politieke cinema? Het onderzoek wil de grenzen van politieke activistische vertellingen verleggen door te zoeken naar een visuele vorm om het verhaal weer te geven. Aan de hand van een specifieke case-studie zal een geanimeerde documentaire statelijk geweld tegen politieke activisten beschouwen. Özge Akarsu gebruikt hiervoor een innovatieve combinatie van theoretische perspectieven en gemengde sociaal-juridische methoden waaronder interviews en een analyse van jurisprudentie.
Het tweede deel van het onderzoek verkent de plaats van animatie in de hedendaagse kunst. De vraag is hoe de grenzen van animatie kunnen worden verruimd om confrontaties tussen individuen en machthebbers te belichten. Özge Akarsu zal analyseren hoe handgemaakte frame-by-frame animaties gecombineerd kunnen worden met andere kunstvormen. Ze zal zo verkennen hoe een werksysteem functioneert dat zowel het artistieke, het intuïtieve en het intellectuele samenbrengt. Ten slotte zal de zoektocht naar een experimentele, politieke en filmische taal die animatie synthetiseert met andere media haar in staat stellen de plaats van animatie in de hedendaagse kunst en theorie te duiden.